Hoe ziet de behandeling eruit?
Soms lekt alleen een klep in de ader in uw lies of knieholte. Wanneer dit het geval is kan de verbinding tussen de oppervlakkige aderen en de dieper gelegen beenader worden onderbroken. Dit wordt crossectomie genoemd.
Voor de behandeling start, worden uw spataderen eerst afgetekend. U krijgt in de meeste gevallen een plaatselijke verdoving soms kan er ook gekozen worden voor een algehele narcose. Vervolgens wordt een kleine snee gemaakt (1 à 2 centimeter) in de huid bij uw lies of knieholte. Via deze opening wordt de verbinding tussen de oppervlakkige ader met de lekkende klep en de dieper gelegen beenader onderbroken. De wond wordt na de ingreep gehecht, veelal met oplosbaar hechtdraad.
Door deze behandeling stopt de abnormale aanvoer van aderlijk bloed naar de spataderen. In ongeveer 50% van de gevallen verdwijnen de spataderen binnen 6 weken na deze ingreep. Wanneer dit niet het geval is en na deze periode de spataderen nog steeds aanwezig zijn dan kunnen ze aanvullend worden behandeld met sclerocompressie
De ingreep kan per behandelcentrum enigszins verschillen. Laat u voorafgaand aan de behandeling goed informeren over de behandeling zelf en de nazorg en volg daarom de adviezen op die de behandelend arts u heeft gegeven.
Wat zijn de risico’s van deze behandeling?
Wanneer u zich na de ingreep houdt aan 24 uur rust, zijn er niet veel complicaties te verwachten. Houdt u zich de eerste 24 uur niet aan de voorgeschreven rust, dan kunt u te maken krijgen met nabloedingen, zwelling van het wondgebied, pijn en een rood tot blauw verkleurende huid.
Bij een herhalingsbehandeling is de kans op wondcomplicaties groter, tussen de 10 en 20%. U moet dan denken aan wijken van de operatiewond, wondinfectie of het lekken van lymfevocht.